Nacht één
De eerste nacht zit erop. Ik ben ingeslapen op mijn linkerzij met in mijn rechteroor het geluid van krekels en opgestaan op mijn rechterzij met fluitende vogeltjes in mijn linkeroor. Hoe heerlijk is het om nog even te kunnen blijven liggen en dan om negen uur opnieuw wakker gemaakt te worden door een beiaard in beide oren!
Ik ben wel een paar keer wakker geworden. Een keer van een auto (wat doet die hier?), dan van een beregeningsinstallatie (het heeft even geduurd voordat ik doorhad wat het geluid was) en dan van de tuinmannen die om zeven uur al aan het werk zijn. Maar het voelt goed om hier wakker te worden. Ik ben vertrokken in België met een koude, droge noordoostenwind die iedereen opjaagt; hier hangt een rustige zwoele lucht. Het doet me aan die keer denken dat we in Lissabon in de toren sliepen, dat was precies dezelfde lucht.
De vliegreis viel wel mee. Je weet dat er een einde aan komt, dus relativeer je de lange reistijd. Ik zat aan het raampje ergens rechts van achter in de Boeing 747. Naast mij zaten twee Duitsers: de ene dik en lelijk; de andere niet dik. Vriendelijk waren ze wel, maar ook niet meer dan dat. Niet van die aard om er een gesprek mee aan te knopen: ze leken elkaar al weinig te vertellen te hebben, laat staan dat ze met mij enkele woorden zouden willen wisselen. Uiteraard dronken ze bier, het zijn Duitsers; ze moeten wel een liter hebben opgedronken. De ene ging af en toe naar achter om te lozen, maar de andere, die overigens net naast me zat, moet ik bewonderen: geen één keer is hij naar het toilet gegaan. Hij is zelfs alleen maar rechtgestaan, omdat ik wel eens mijn benen wilde strekken en een lozing moest plegen. Maar toen we aankwamen, stond zijn blaas wel op zijn springen, want hij vloog bijna naar het toilet.
Aankomen in Amerika is ook een ervaring. Ze doen daar nogal gewichtig over: de customs. Ze laten je alles een paar keer overdoen: eerst wordt in Europa je pas al gecontroleerd, dan mag je in het vliegtuig een vragenlijstje invullen, dan mag je aan de self-douane zelf je pas inlezen, de standaardvraagjes beantwoorden en selfie maken om vervolgens bij een ambtenaar terecht te komen die dat alles nog eens herhaalt. Dus uiteindelijk stellen ze drie keer dezelfde vragen, maar geloven je toch op je woord...
Mijn eerste indruk van Amerika: big! Alles is hier een maatje groter. De helft van de auto's zijn grote pick-ups, de mobilhomes zijn dubbel zo groot als bij ons, een straat heeft minstens vier rijstroken. Een klein restaurant bestaat hier niet... Het lijkt hier ook allemaal veel uitgestrekter, dat ik het gevoel heb dat ik met grote passen moet rondlopen.
En oh ja: onderweg naar hier, heb ik het vuurwerk van Disneyland gezien vanuit de auto.
Voilà, tijd om het hier eens bij daglicht te gaan bekijken! Het weer is goed, maar het heeft ook al wat geregend, als dat een troost mag zijn voor de mensen in Belgenland.
Ik ben wel een paar keer wakker geworden. Een keer van een auto (wat doet die hier?), dan van een beregeningsinstallatie (het heeft even geduurd voordat ik doorhad wat het geluid was) en dan van de tuinmannen die om zeven uur al aan het werk zijn. Maar het voelt goed om hier wakker te worden. Ik ben vertrokken in België met een koude, droge noordoostenwind die iedereen opjaagt; hier hangt een rustige zwoele lucht. Het doet me aan die keer denken dat we in Lissabon in de toren sliepen, dat was precies dezelfde lucht.
De vliegreis viel wel mee. Je weet dat er een einde aan komt, dus relativeer je de lange reistijd. Ik zat aan het raampje ergens rechts van achter in de Boeing 747. Naast mij zaten twee Duitsers: de ene dik en lelijk; de andere niet dik. Vriendelijk waren ze wel, maar ook niet meer dan dat. Niet van die aard om er een gesprek mee aan te knopen: ze leken elkaar al weinig te vertellen te hebben, laat staan dat ze met mij enkele woorden zouden willen wisselen. Uiteraard dronken ze bier, het zijn Duitsers; ze moeten wel een liter hebben opgedronken. De ene ging af en toe naar achter om te lozen, maar de andere, die overigens net naast me zat, moet ik bewonderen: geen één keer is hij naar het toilet gegaan. Hij is zelfs alleen maar rechtgestaan, omdat ik wel eens mijn benen wilde strekken en een lozing moest plegen. Maar toen we aankwamen, stond zijn blaas wel op zijn springen, want hij vloog bijna naar het toilet.
Aankomen in Amerika is ook een ervaring. Ze doen daar nogal gewichtig over: de customs. Ze laten je alles een paar keer overdoen: eerst wordt in Europa je pas al gecontroleerd, dan mag je in het vliegtuig een vragenlijstje invullen, dan mag je aan de self-douane zelf je pas inlezen, de standaardvraagjes beantwoorden en selfie maken om vervolgens bij een ambtenaar terecht te komen die dat alles nog eens herhaalt. Dus uiteindelijk stellen ze drie keer dezelfde vragen, maar geloven je toch op je woord...
Mijn eerste indruk van Amerika: big! Alles is hier een maatje groter. De helft van de auto's zijn grote pick-ups, de mobilhomes zijn dubbel zo groot als bij ons, een straat heeft minstens vier rijstroken. Een klein restaurant bestaat hier niet... Het lijkt hier ook allemaal veel uitgestrekter, dat ik het gevoel heb dat ik met grote passen moet rondlopen.
En oh ja: onderweg naar hier, heb ik het vuurwerk van Disneyland gezien vanuit de auto.
Voilà, tijd om het hier eens bij daglicht te gaan bekijken! Het weer is goed, maar het heeft ook al wat geregend, als dat een troost mag zijn voor de mensen in Belgenland.
Reacties
Een reactie posten