Dag 2-3-4: Toren
Ik weet even niet waar te beginnen. Het is nu donderdagavond op een tijdstip dat heel België ligt te snurken. Dag vier dus en ik was begonnen aan dag één, maar was nog niet ver geraakt... Hoe moet ik nu verder? Ik zal me opnieuw beperken tot de vraag: waar ben ik terecht gekomen?
Op dit moment zit ik boven in de toren en geniet van het uitzicht op een Steinway-piano, waarachter Nino Rota het bekende Godfather-deuntje moet hebben bedacht en waarop ook Samuel Barber vroege composities heeft uitgeprobeerd. Het is een hele eer om hier te mogen zijn. Dat had ik de eerste dag nog niet zo meteen door... Ik loop zo veel torens in en uit...
Maar hier kom je dus niet zo maar in! Er worden een aantal keer per jaar rondleidingen gegeven voor een beperkt groepje van mensen die ofwel een substantieel bedrag hebben gesponsord ofwel een aantal dagen vrijwilligerswerk in de Gardens hebben gepresteerd. En ik? Ik kom hier voor de allereerste keer toe en mag meteen naar boven en vind dat de normaalste zaak van de wereld. Niet dus!
Vanmorgen kon ik met zo'n rondleiding meelopen. Die werd gegeven door Ken en een vrouw, wiens naam ik vergeten ben. Beiden zijn ze gepensioneerd en doen hier vrijwilligerswerk. Ken is een beetje uit proportie: magere benen, waarrond een korte broek de vorm van een rok aanneemt, maar daar boven hangt dan toch een buikje. Hij heeft een bril op die zelf niet goed weet of hij een gewone bril, leesbril of zonnebril is en dan maar besloten heeft om het allemaal te zijn. Op zijn hoofd pronkt een pet van de Bok Tower Gardens. Die pet staat echt boven zijn hoofd als een wankele piek op een kerstboom, die je niet over de tak heen durft te duwen uit schrik om ofwel de tak te breken ofwel je vingers aan de naalden te prikken. Voor de verdere rest is hij de sympathiekheid zelve, zoals iedereen hier trouwens.
Ken doet de uitleg, hij leidt. De vrouw, klein van gestalte met een roos-paarse driekwarts-broek, is er voor de ondersteuning; ze kent haar plaats blijkbaar. Zij houdt de lijst bij van wie er komt; zij houdt de groep bij elkaar zoals een herdershond de schapen hoedt; zij wijst erop dat we voor 11 uur terug beneden moeten zijn; zij steekt tekeningen in de lucht net voordat Ken daar iets over ging vertellen; zij doet deuren open juist op het moment dat Ken wil onthullen wat daarachter schuilgaat; zij bedient de lift voor wie niet meer zo goed te been is... Dit alles doet ze met weinig woorden, maar ze laat toch op een subtiele manier uitschijnen dat zij zelf ook alles weet wat Ken vertelt. Ik merk een mooie fierheid op bij deze mensen. Ze zijn fier dat ze mogen deel uitmaken van dit geheel hier en gelijk hebben ze!
Deze plek is uniek in de wereld. Er zijn zo veel redenen waarom het uniek is: de beiaard is een van de grootste ter wereld, de toren is de mooiste, de tuinen zijn prachtig en in die setting kan je in alle rust en stilte twee keer per dag -zeven dagen op zeven- naar een beiaardconcert komen luisteren. En dan heb ik nog niet eens alle redenen opgesomd...
Op dit moment zit ik boven in de toren en geniet van het uitzicht op een Steinway-piano, waarachter Nino Rota het bekende Godfather-deuntje moet hebben bedacht en waarop ook Samuel Barber vroege composities heeft uitgeprobeerd. Het is een hele eer om hier te mogen zijn. Dat had ik de eerste dag nog niet zo meteen door... Ik loop zo veel torens in en uit...
Maar hier kom je dus niet zo maar in! Er worden een aantal keer per jaar rondleidingen gegeven voor een beperkt groepje van mensen die ofwel een substantieel bedrag hebben gesponsord ofwel een aantal dagen vrijwilligerswerk in de Gardens hebben gepresteerd. En ik? Ik kom hier voor de allereerste keer toe en mag meteen naar boven en vind dat de normaalste zaak van de wereld. Niet dus!
Vanmorgen kon ik met zo'n rondleiding meelopen. Die werd gegeven door Ken en een vrouw, wiens naam ik vergeten ben. Beiden zijn ze gepensioneerd en doen hier vrijwilligerswerk. Ken is een beetje uit proportie: magere benen, waarrond een korte broek de vorm van een rok aanneemt, maar daar boven hangt dan toch een buikje. Hij heeft een bril op die zelf niet goed weet of hij een gewone bril, leesbril of zonnebril is en dan maar besloten heeft om het allemaal te zijn. Op zijn hoofd pronkt een pet van de Bok Tower Gardens. Die pet staat echt boven zijn hoofd als een wankele piek op een kerstboom, die je niet over de tak heen durft te duwen uit schrik om ofwel de tak te breken ofwel je vingers aan de naalden te prikken. Voor de verdere rest is hij de sympathiekheid zelve, zoals iedereen hier trouwens.
Ken doet de uitleg, hij leidt. De vrouw, klein van gestalte met een roos-paarse driekwarts-broek, is er voor de ondersteuning; ze kent haar plaats blijkbaar. Zij houdt de lijst bij van wie er komt; zij houdt de groep bij elkaar zoals een herdershond de schapen hoedt; zij wijst erop dat we voor 11 uur terug beneden moeten zijn; zij steekt tekeningen in de lucht net voordat Ken daar iets over ging vertellen; zij doet deuren open juist op het moment dat Ken wil onthullen wat daarachter schuilgaat; zij bedient de lift voor wie niet meer zo goed te been is... Dit alles doet ze met weinig woorden, maar ze laat toch op een subtiele manier uitschijnen dat zij zelf ook alles weet wat Ken vertelt. Ik merk een mooie fierheid op bij deze mensen. Ze zijn fier dat ze mogen deel uitmaken van dit geheel hier en gelijk hebben ze!
Deze plek is uniek in de wereld. Er zijn zo veel redenen waarom het uniek is: de beiaard is een van de grootste ter wereld, de toren is de mooiste, de tuinen zijn prachtig en in die setting kan je in alle rust en stilte twee keer per dag -zeven dagen op zeven- naar een beiaardconcert komen luisteren. En dan heb ik nog niet eens alle redenen opgesomd...
Reacties
Een reactie posten